Botswana is een groot natuurpark.
Door: Yvonne
Blijf op de hoogte en volg Yvonne
25 November 2014 | Botswana, Maun
3 keer rijden we over een landingsbaan. De weg is aan twee kanten met enkele meters asfalt verbreed. Airstrip. Al rijdend vragen we ons af welke richting we op moeten als een vliegtuig ons tegemoet komt. Gelukkig blijft ons dat bespaart. Maar een ander gevaar schuilt achter de boom. Olifanten! Bij een snelheid van 100 km per uur trapt Jan op de rem. Olifanten die de A33 over steken. Dit valt tegelijkertijd met onze geplande rustpauze. En zie daar een picknickplek. Stoppen dus. Waakzaam schenken we ons kopje koffie uit de thermoskan. De olifanten zijn niet geïnteresseerd in ons en volgen hun eigen pad. Even leren omgaan met deze natuur waar mens en dier één wereld vormen.
We vervolgen onze route naar het zuiden. Met af en toe een gedwongen stop. In de rimboe houdt een politie agent ons staande. Geen huis, geen mens, geen auto te bekennen. Althans alleen die van hem en die van ons. Jan moet z’n rijbewijs tonen. Dan z’n paspoort. Daarna wordt verzocht in de zinderende hitte de ruitenwissers aan te zetten. Richtingaanwijzer aan, lampen aan. Jan uit de auto. Ik blijf binnen, de auto bewaken. De achterkant van de auto wordt bekeken. Helaas alles in orde en we mogen verder. Een akelig gevoel bekruipt ons. Had de agent op extra inkomsten gerekend? Of zijn wij wantrouwend?
Na een paar uur rijden, gewoon midden in Botswana, worden weer gedwongen om te stoppen. Voor ons staat een bus. De passagiers zijn uitgestapt. Ojee weer door een voetenbad? Bij de grens overgang van Namibië naar Botswana hebben de auto onze schoenen een ontsmettingsbad gehad. In verband met mond en klauwzeer. We wachten op onze buurt. Voor ons staat een Botswaanse met een vuilniszak vol met schoenen. Al het schoeisel moet op de natte dweil ontsmet worden. Ons wordt niets gevraagd. Alleen de sandalen die wij dragen zijn van het kwaad ontdaan. De beambte werpt nog een blik in onze achterbak. Geen vlees aan boord? Nee. Hij kijkt in een doos. Staat met zijn neus boven een schaal met appels. En constateert dat we geen fruit bij ons hebben. Rijden maar!
Bij Nata, 300 km zuidelijk slaan we rechtsaf om vervolgens weer 300 km over een rechte weg naar Maun (uitspraak ma-oen) te rijden. Van oost naar west. Een leeg droog gebied. Waar veel zoutpannen aan liggen. Ook hier schrikken we op. Nee geen visioen. Geen luchtspiegeling door de trillende hitte. Aan beide zijden van de A3, een smalle 2 baans weg, staan struisvogels triomfantelijk met hun veren te schudden. Voorzichtig en met respect passeren we de dames.
Even later roep ik naar Jan: “pas op, daar lopen 3 mannen op de weg”. Als we deze naderen blijken 3 zebra’s bezit te hebben genomen van de enige doorgaande route die oost met west verbindt. Dus wachten totdat deze heren plaats maken voor ons.
Weer wordt onze gang verstoord door een “clubje”. Niet bepaald moeders mooisten paraderen over het asfalt. Een menigte maraboe’s. Jan kijkt verheugd om zich heen. Waar zijn de gieren? 2 “clubjes” die vaak met elkaar optrekken. En ja wel. Deze zitten hun middagmaal te nuttigen. Een dood kalf.
We zijn toch nog voor zonsondergang in Maun gearriveerd.
-
27 November 2014 - 14:40
Richard:
Ik begin me langzamerhand toch af te vragen waarom er in Afrika niet een speciaal verkeersbord is ontworpen: 'Pas op overstekende meerpotigen'. (Misschien een leuk idee om eenmaal terug hier in Nederland eens een lollige wedstrijd aan te verbinden ofzo.. ;-)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley